Visie
Het grootste verschil tussen ons beeld van de dood en dat van het boeddhisme is dus onze houding. Veel mensen in het westen vinden de dood eng, en daarom ligt er nogal een taboe op. Je gaat niet op een gezellig feestje praten over hoe jij denkt te eindigen – uitzonderingen daar gelaten, natuurlijk.
De reden dat boeddhisten minder bang zijn voor de dood, is omdat zij het heel anders zien. De dood is niet definitief, volgens het boeddhisme; je kunt namelijk reïncarneren en na die incarnaties zelfs de staat van Nirwana bereiken. Dit wordt gezien als de ultieme verlichting, de hoogste staat die een ‘mens’ kan bereiken. Logisch dus dat zij de dood niet als iets slechts zien.
Daarnaast speelt lijden een grote rol binnen het boeddhisme, ook wel ‘Dukkha’ genoemd in De Vier Edele Waarheden. Wanneer je doodgaat, valt al het leed van je af; je bent dan als het ware bevrijd.
Behalve hun visie op de dood, hebben boeddhisten ook een bijzondere visie op het leven. Zo zouden sommigen van ons – vooral in het westen – op de automatische piloot leven. boeddhisten noemen dat luiheid, maar die gaat niet over niks doen – het gaat juist om zó veel doen dat we onszelf vermijden. We horen hierdoor onze ‘echte ik’ niet meer.
Door op de automatisch piloot te leven, zijn we constant bang: we moeten onszelf vinden vóór onze dood, maar we doen ook niks om dat te proberen. Het lijkt race tegen de klok met de dood als ultiem einde
Maak jouw eigen website met JouwWeb