
Gautama Boeddha zei dat de morele kwaliteit van iemands gedrag (karma) grote invloed uitoefent op de kwaliteit van zijn volgende (weder)geboorte. Het geregeld niet volgens de vijf voorschriften handelen leidt tot een slechte wedergeboorte (in een hel, als geest of dier). Ook geboorte als mens (in slechte levensomstandigheden) is mogelijk. Moreel goed gedrag leidt tot een wedergeboorte in een hemel, of een wedergeboorte als mens in een goede omgeving.
Goed gedrag als mens in het huidige leven is volgens de Boeddha echter geen garantie voor een gunstige wedergeboorte. Men weet immers niet wat men in een vorig leven gedaan heeft, en de acties van vorige levens oefenen ook invloed uit op de kwaliteit van de wedergeboorte.
De mentale staat tijdens het overlijden is volgens het boeddhisme ook van grote invloed op de kwaliteit van de wedergeboorte. Indien iemand op rustige manier overlijdt, vrede heeft met zijn overlijden en er afstand van kan nemen, heeft dit een heel gunstige invloed op de wedergeboorte. Het bezien van het overlijden als iets wat natuurlijk, normaal en onvermijdelijk is kan hierbij helpen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb